Koeckers: geen standaard pannenkoekenhuis

Het is een grijze dag als ik aankom bij pannenkoekenhuis Koeckers in Zundert. Maar dat vergeet ik al snel wanneer ik enthousiast word toegezwaaid door een meisje op een groot springkussen in een nog grotere speeltuin. Het is meteen duidelijk dat kinderen zich hier niet hoeven te vervelen. En dat blijkt nog maar een voorproefje. Bij binnenkomst heb je op zijn minst een momentje nodig om eens goed rond te kijken. Niet alleen is het groot, maar er is ook heel veel te zien. Niet je standaard pannenkoekenhuis. Eigenaar John Sprenkels zorgt voor een hartelijk welkom en is zichtbaar trots wanneer hij een tour door het restaurant geeft.

Zo’n 10 jaar geleden nam John Pannenkoekenhuis Koeckers in Den Hout over. Na het succes van de eerste vestiging openden ze dit voorjaar een tweede vestiging in Zundert. Waar Koeckers Den Hout bekend staat om het sprookjesthema, werd in Zundert voor een nieuwe look gekozen. “Het hart - de aandacht voor de gast - moet hetzelfde zijn, maar qua uiterlijk wilden we iets compleet anders. We willen dat gasten ook wel eens denken: laten we bij de andere locatie gaan kijken. Een soort kruisbestuiving.” Maar ook de doelgroep speelt volgens hem een rol. “We krijgen veel complimenten over het sprookjesthema. We hebben dit in de afgelopen tien jaar helemaal geperfectioneerd, maar we merken ook dat dit leuk is voor kinderen tot een jaar of tien, daarna is het minder cool om naar ‘sprookjesdingen’ te gaan. In deze vestiging wilden we de leeftijd dus wat rekken. Wat wel centraal blijft staan, is beleving.”

2.0 versie

Het pand in Zundert was van oudsher een café met later een discotheek. Alles werd gestript tot enkel en alleen de muren nog stonden. Ook werden er nog twee stukken aangebouwd. “Met alle kennis van de eerste Koeckers hebben we hier echt een 2.0 versie kunnen bouwen. Zo hebben we, net als in Den Hout, meerdere intieme ruimtes gecreëerd, maar konden we de keuken ook zo bouwen dat we niet tegen dezelfde capaciteitsproblemen zouden lopen. In Den Hout moeten we het doen met wat we hebben, hier konden we van vooraf aan beginnen.”

De verschillende intieme ruimtes spelen een belangrijke rol in het concept. Iedere ruimte heeft een andere kleur met bijbehorend thema. “Het belangrijkste is dat wanneer het gezellig druk is, mensen niet het idee hebben dat ze in een kippenhok zitten. Met de verschillende thema’s willen we onze gasten elke keer een andere beleving bieden. Dit is leuk voor de kinderen, maar het moet ook gezellig zijn voor de ouders als de kinderen van tafel gaan om te spelen. Zo hebben we een middeleeuwse ridderkamer met zwaarden aan de muur, dat vinden kinderen fantastisch. De groene ruimte hebben we aangekleed met nostalgische elementen zoals oude radio’s, telefoons, boeken – deze ruimte leent zich ook heel goed voor volwassen gezelschappen. Het rode gedeelte heeft een 1001-nachten-thema en als laatste hebben we nog de blauwe ruimte in nautische sferen. Die is overigens het meest populair, en dat snap je ook wel als je hem ziet”, zegt John trots.

Een eyeopener

Kleurenadvies kreeg John van Michel Ruijgrok van ESTIDA. “Hij adviseerde me om ook de plafonds mee te verven. Daar zou ik zelf nooit aan gedacht hebben, maar het was echt een eyeopener.” Toen de kleuren eenmaal waren uitgekozen, was het tijd voor het meubilair. “Het was een leuk, maar ook een moeilijk proces”, vertelt John. “Waar wij er eerst van overtuigd waren dat de stoelen van hout moesten zijn – je hebt toch met kinderen en dingen als poedersuiker en stroop te maken – werden we overgehaald om eens iets anders te doen. Als ik ergens een hekel aan heb, is om te zeggen: ‘we hebben het altijd zo gedaan’. Dus kozen we voor verschillende stoelen met een stoffen rug en een ‘leatherlook’ zitting. Ook dat is makkelijk schoon te maken. Het moet functioneel zijn én het moet duidelijk zijn dat er aandacht aan besteed is. En daar zijn we wel in geslaagd.”

De tekst gaat verder onder de fotogalerij

Het meest trots is hij op de reacties van zijn gasten. “Kinderen vinden dit prachtig, maar wat me een kick geeft is als ook de ouders echt verwonderd zijn. We zijn tegenwoordig minder snel verrast met zijn allen, maar volwassenen mogen ook wel eens ergens van onder de indruk zijn. Dat zit in kleine dingen, en daar focussen wij ons op. Zo noteren we altijd de wensen van gasten en verzamelen we zoveel mogelijk informatie. Als mensen vanuit de Efteling bellen voor een tafeltje is de eerste vraag die we ze stellen bij binnenkomst: ‘Hoe was de Efteling?’. Als er iemand jarig is, wordt er áltijd gezongen. We willen een zo persoonlijk mogelijke beleving bieden.”

Gerelateerde artikelen: