Zalmhuis nieuwe aanwinst in imperium Herman Hell

Het Zalmhuis, op de plek van de historische visafslag aan de oever van de Nieuwe Maas bij Rotterdam, is al jarenlang een begrip in de wijde omtrek. Al was het etablissement in art deco-stijl ook een tikje belegen. Totdat Hell’s Kitchen dit voorjaar de tent overnam. Herman Hell en Liselore Holman over de jongste loot aan hun stam.

Op de plek van de historische visafslag ten oosten van de Van Brienenoordbrug, herstelden Hells voorgangers rond de eeuwwisseling het oude Zalmhuis in oude luister. De afgelopen twintig jaar was het een paviljoen met allure. Inmiddels is Zalmhuis een instant hotspot. Herman en Liselore transformeerden het in sneltreinvaart tot een hippe hangout aan het water. Slechts een maand verbouwen en restylen hadden ze nodig om er een restaurant geïnspireerd op chique Engelse horecazaken van te maken. “We moesten de rem er zelfs op houden anders werden we overlopen”.

Dat het Zalmhuis een succes zou worden lag gezien de loopbaan van Herman eerlijk gezegd wel in de lijn der verwachting. Zo werd Herman Hell in 2018 uitgeroepen tot de meest Markante Horecaondernemer van Zuid-Holland om een jaar later met zijn Café Sijf de eerste plek in de Café Top 100 van Misset Horeca te pakken. Maar belangrijker dan die oorkondes is dat in zijn onderneming, Hell’s Kitchen Groep, maar liefst zeven goedlopende horecazaken zijn ondergebracht. Een imperium dat ooit begon met het inmiddels weer verkochte café De Hofnar in Rotterdam dat hij ooit financierde met de verkoop van het goedlopend internetbedrijfje dat de jonge Herman samen met een studievriend had opgezet. En het meeste bijzondere is wel dat geen enkele zaak lijkt op de andere.

Corona

Voor deze rubriek spreken we het liefste af met de ondernemers in hun bedrijf wanneer deze gewoon open is. Dat geeft vaak een goed beeld van de sfeer en dynamiek waarin wordt gewerkt. Maar door de coronacrisis is ook de onderneming van Herman en Lisolore met een klap tot stilstand gekomen. We draaien rond lunchtijd de parkeerplaats op bij het Zalmhuis, die berekend is op honderden bezoekers: vandaag zijn we de enige. Direct is de pijnlijk harde impact van deze crisis duidelijk. Het had hier vol moeten staan. Het maakt de locatie en het pand er niet minder bijzonder om. Met uitzicht op de Nieuwe Maas en IJssel werd het Zalmhuis hier tussen 1999 en 2002 herbouwd. Daarvoor had het van 1875 tot 1955 een kleine honderd meter verderop dienst gedaan als overkapping van Nederlandse grootste zalmafslag. Met meerdere zalen en terrassen was het de laatste jaren al een gewilde evenementenlocatie. Tegelijkertijd kon het wel een opfrisbeurt gebruiken.

“Dat is ook juist wat het voor ons interessant maakte. Er moet wat te winnen zijn, kans op verbetering. Als iets al helemaal klaar is, dan is het voor ons niet interessant. Dat was hier niet het geval. De ruimtes waren wat gedateerd en wij hadden er direct een gevoel bij wat het zou moeten worden”, vertelt Herman Hell.

Opfrisbeurt

De inspiratie voor de ‘opfrisbeurt’ deden ze op in London en Manchester waarbij ze horecazaken uit het hogere segment voor ogen hadden. “Luxe is daar nog echt luxe”, stelt Liselore. “Het is die uitstraling die je daar ook nog in de chique badplaatsen tegenkomt. Dat concept zat al in ons hoofd toen deze locatie zich aandiende. We zagen gelijk de kansen.”Het Zalmhuis ging slechts een maand dicht en de tijd voor de renovatie was dus beperkt. Toch is de renovatie grondig aangepakt. Ze houden niet van half werk en nemen niet snel met minder genoegen. “Dat geldt eigenlijk een beetje voor alles wat we doen. We realiseren ons dat we dan echt niet altijd de gemakkelijkste zijn. Maar we geloven in wat we doen en we denken dat dat ons succesvol maakt”, vult Herman aan. Die houding is ook terug te zien op de kaart. Naast de Wester Ross, biologische zalm uit het Noorden van Schotland, staat ook de meest exclusieve zalm ter wereld op de kaart: keta. Deze wordt slechts een paar maanden per jaar gevangen door de inuit uit Alaska. “Die vis moest hier natuurlijk op de kaart”, zegt Herman.

Elke tafel een feestje

Hoewel overtuigd van eigen kunnen, blijft het natuurlijk afwachten of dat wat je bedacht hebt ook echt werkt. “Ik vond dat inderdaad best spannend. De kleuren en prints zijn gedurfd en die zie je niet zo vaak gecombineerd. Gelukkig bleek het uitstekend bij elkaar te passen en te werken”, zegt Liselore.

“Wij willen hier een brede doelgroep trekken, iedereen moet zich hier thuis kunnen voelen. Daarvoor proberen we aan elke tafel een feestje te maken en zorgen we voor entertainment zoals bijvoorbeeld vuurspuwers. Het gaat om de totaalbeleving van een avondje uit. Dat is overigens iets anders dan dat iedereen het mooi moet vinden. Ik zeg altijd: ‘no haters, no lovers’. Zo werkt dat nu eenmaal”, weet Herman. Toen begin februari de deuren weer open gingen was er direct sprake van een enorme toeloop. “We zaten midden in een instant hype. We moesten echt af en toe op de rem trappen. Voor ons allemaal was deze zaak ook nieuw en we moesten nog op elkaar ingespeeld raken. Je moet dan uitkijken dat je elkaar niet overvraagt en wordt overlopen”, zegt Herman.

Van die drukte en levendigheid is half april door de coronasituatie niets te merken. Ook de rokerij ligt er verlaten en werkloos bij. Ze onderzoeken de verschillende mogelijkheden om toch iets te blijven doen. Inmiddels wordt per bakfiets sushi bezorgd. Maar zorgen over de toekomst zijn er natuurlijk ook.

Printstoffen

"De bloemrijke stoffen die ik voor ogen had, waren niet te vinden in de standaard assortimenten. Uiteindelijk zijn er diverse natuurlijke patronen speciaal voor mij opgemaakt door Satelliet en als printstof in productie genomen. Ik ben blij dat ik heb volgehouden en erg content met het resultaat van 'mijn' printstoffen", zegt Liselore.

Horeca is communicatie

Tijdens zijn studie Communicatie werkt Herman Hell als kelner in de Big Ben. Eenmaal afgestudeerd begint hij direct aan een kantoorbaan. Dat houdt hij vijf maanden vol. Dan neemt hij ontslag en keert terug naar de horeca, de plek waar communicatie in zijn puurste vorm dagelijkse kost is. Ondertussen weet hij een goed lopend internetbedrijf dat hij samen met een vriend had opgebouwd te verkopen. Van zijn deel van de opbrengst begint hij zijn eerste zaak: De Hofnar in Rotterdam.

De teller staat nu op zeven zaken die in niets op elkaar lijken. Hell’s Kitchen bestaat uit de volgende zaken: Nieuw Rotterdams Café, Café Sijf, Café van Zanten, De Hofnar in Vlaardingen en Schiedam, Het Wapen in Willemstad en Zalmhuis. De Hell’s Kitchen Groep bouwt wat ze zelf ‘local heroes' noemen. Zaken met een eigen identiteit en karakter. “Dat is wat het vak voor mij zo leuk maakt. Horeca is in mijn beleving één en al communicatie. Alles wat je ziet, van de kleuren tot het eten, doet wat met je. Communiceert met je. Dat goed doen is voor ons de uitdaging”, zegt Herman.

Zalmhuis

De geschiedenis van het Zalmhuis gaat al terug naar 1863. In dat jaar koopt ene Adriaan Dekkers een logement annex uitspanning aan de Hooge Zeedijk, op steenworp afstand van de huidige Van Brienenoordbrug. Op een buitendijks terrein in de buurt begint hij een overdekte visafslag, een markt voor zalm, elft, winde, houting, fint en steur. Zijn opvolger bouwt eind negentiende eeuw boven de markt een paviljoen op stalen kolommen boven het water. In 1955 valt het doek voor het etablissement en wordt het gesloopt. Op de plek van de historische visafslag ten oosten van de Van Brienenoordbrug, herstelden Hells voorgangers rond de eeuwwisseling het oude Zalmhuis in oude luister. In februari opent Hell’s Kitchen Groep het Zalmhuis na een inwendige metamorfose.

Lees ook: Hell’s Kitchen rockt 'em opnieuw met 'festive restaurant' Grace

Gerelateerde artikelen: