Naturalis Leiden: ruimte maken voor biodiversiteit

Naturalis Biodiversity Center in Leiden - museum en wetenschap onder één dak - opende onlangs de deuren na een grootschalige verbouwing. Het nieuwe Naturalis bundelt museum, collecties en onderzoek maar wil bezoekers vooral in het hart raken.

Niet alleen het nieuwe gebouw en de duurzame verbouwing van het complex van het Naturalis Biodiversity Center is spectaculair. Ook de collecties zijn bijzonder, en de laatste jaren door fusies flink uitgebreid naar het duizelingwekkende getal van maar liefst 42 miljoen objecten.

Heel speciaal is de komst van het skelet van de door een Naturalis-team opgegraven T. rex naar het museum in 2016; Trix is de eerste Tyrannosaurus rex die - in eigendom van het museum zelf - buiten Amerika te zien is. Tijdens de verbouwing is de dino eerst te zien geweest bij de Pop-up expositie ‘T. rex in Town’, daarna ging ze op reis door Europa zodat zoveel mogelijk mensen van haar konden genieten. “Maar nu heeft ze haar plek gevonden in de dinozaal van Naturalis, ze gaat nooit meer weg”, zegt Caroline Breunesse, hoofd tentoonstellingen, met een glimlach.

De zeven zalen van het museum behandelen grote thema’s als het leven, de dood en voortplanting. Al in de eerste zaal, waarin het dierenrijk zich op spectaculaire wijze aan de bezoekers toont, is de opzet duidelijk. “De zalen zijn donker, dat is niet alleen beter voor de bescherming van onze collectie, maar de belichting zorgt - samen met de muziek - ook voor een intense beleving.” De verblijfsruimtes zijn bewust licht en ruim gehouden, als een rustige basis van waaruit de wondere wereld van de biodiversiteit beleefd kan worden.

In het oude museum was de druk groot op voorzieningen zoals liften, garderobe en horeca, vertelt Suzanne de Jonge. Zij is projectleider bij Naturalis en was verantwoordelijk voor de inrichting van onder andere de horecaruimtes van het nieuwe Naturalis. “In dit museum kunnen we nog jaren groeien. Voor het grote restaurant op de begane grond kozen we, samen met onze horecapartner Vermaat, voor een zo toegankelijk mogelijk concept. De ruimte is hoog, ruim en fris door het gebruik van natuurlijke kleuren en materialen. Hier komen veel gezinnen met kinderen dus daar zijn de materialen op afgestemd. De keuken werkt met lokale producten en zo veel mogelijk zero-waste. Waar we konden, kozen we voor duurzame opties, zoals de picknicktafels van het duurzame materiaal Resysta (met de eigenschappen van hout, maar gemaakt van biologisch restafval, red.) en stoelen gemaakt van gerecyclede pet-flessen.”

Het vernieuwde Naturalis, een ontwerp van Neutelings Riedijk Architecten, vormt samen met het bestaande gebouw van Fons Verheijen één geheel. De verbindende schakel tussen oud en nieuw is het atrium met de opengewerkte wanden en het dak. Het licht valt prachtig binnen door de organisch gevormde uitsparingen -sommigen zien er bladvormen in, anderen botten of een honingraat - en al het gebruikte glas. Vanuit hier zijn zowel de museumzalen, het restaurant en de winkel als de kantoren, laboratoria en depots van het natuurhistorisch instituut ontsloten. Naturalis koos voor de toepassing van materialen die op natuurlijke wijze verouderen: natuursteen, beton, glas, staal en eikenhout. Zo is de buitenzijde van het nieuwe museum afgewerkt in rood natuursteen, afgewisseld met reliëfbanen van wit beton ontwikkeld door kunstenaar Iris van Herpen.

Kenniscentrum

Het binnenplein is ook toegankelijk als je het museum niet bezoekt, en datzelfde geldt voor het restaurant, de museumwinkel en de zaal ‘Live Science’ waar wetenschappers dagelijks werken voor het oog van het publiek. De Jonge: “Wij zijn meer dan een museum, en echt het kenniscentrum voor biodiversiteit. Als we zo veel mogelijk mensen kunnen bereiken, is onze missie geslaagd.” En dat lijkt al in de eerste week ruimschoots te lukken. Op de dag van de opening, zaterdag 31 augustus, stonden al voor tien uur lange rijen voor de deur. In het eerste uur telde het museum maar liefst duizend bezoekers, een voorlopig record.

Gerelateerde artikelen: