Fysieke ruimtes hebben de toekomst

Ze gelooft heilig in de meerwaarde van present zijn in de fysieke ruimte voor merken en bedrijven. Sterker nog, volgens Gesina Roters van het bureau DAY is physical 'the next big thing in marketing'.

Gesina Roters verplaatst zich dagelijks in haar klanten. Niet alleen omdat dat bij haar core business hoort. Maar ook omdat ze zelf net met het bureau zijn verhuisd van een grachtenpand naar een nieuwbouwlocatie verder van het centrum. Die stap was om meerdere redenen nuttig en nodig, en zorgde ervoor dat Gesina ook DAY weer eens langs de meetlat moest leggen. “Dat we daar aan de gracht zaten, klopte niet meer bij waar wij voor staan. De onbereikbaarheid per auto was groot, en de ruimte was fysiek rommelig doordat we in kleine ruimtes over meerdere etages waren verdeeld. Ik betrapte me erop dat we elkaar als collega’s e-mails gingen schrijven in plaats van met elkaar praten.”

Open cultuur

Het nieuwe kantoor ademt wél de identiteit van DAY. Het gebouw is modern en met smaak vormgegeven en huisvest meerdere creatieve bedrijven onder een dak. Ingeklemd tussen de Amstel én de A10 is het zowel met de auto als het openbaar vervoer prima bereikbaar. De werkruimte is open en licht, en alle medewerkers staan daardoor in direct contact met elkaar. Grote ramen bieden zicht op het water van de Duivendrechtsevaart en in de verte de Amstel. “De open structuur en het weidse uitzicht passen bij wie wij zijn en onze werkwijze. We brengen inzicht in organisaties die op zoek zijn naar focus, in hun branding én in hun presentatie. Die horizon is hier letterlijk en figuurlijk dichtbij.”

Ze is oprichter en zoals ze het zelf noemt ‘meewerkend voorvrouw’ van DAY. Voor haar geen directiekamer, maar een plek tussen de anderen in de open werkruimte. Zo houd je de lijnen kort, en het is bovendien wel zo gezellig. Roters startte na een loopbaan bij verschillende grote branding bureaus samen met twee compagnons het bureau DAY. Op het moment dat een van de compagnons zich afscheidde, bleek haar andere zakenpartner ernstig ziek. Toen hij uiteindelijk aan zijn ziekte overleed, volgde voor Gesina een zwaar moment. “Het was heftig, ik dacht: of ik val om, of ik zet mijn schouders eronder. Ik ben van nature positief, dus koos voor dat laatste.”

Nog sterker richt ze zich nu op de kerncompetenties van DAY: het verenigen van de twee hersenhelften, van de analytische rechter- en de intuïtieve linkerkant. En van het doorvoeren van de ontwikkelde brand tot visuele identiteit én het concept van de fysieke ruimte. “Dat is echt onze niche. Heel vaak doen branding bureaus niet het interieurontwerp en andersom. Bij ons is dat organisch zo gegroeid, en de praktijk bewijst dat het werkt. Het gaat erom dat gebruikers, gasten en consumenten jouw DNA voelen en ervaren, vanuit elke invalshoek: of dat nu online is, in een campagne of in de fysieke ruimte.”

De tekst gaat verder onder de foto

Samenhang

En daarmee is er bij de projecten die DAY oppakt, nooit een sluitstuk. Alle onderdelen van de merkbeleving hangen met elkaar samen en komen terug op dat unieke DNA van de opdrachtgever. Meestal zijn dat bedrijven die werkzaam zijn in de zogenoemde third places: plekken waar je naast je woning en werk naar toe gaat om te ontspannen. Denk aan concertlocatie Ziggo Dome, maar ook schaatsarena Thialf en beursgebouw MartiniPlaza. En steeds vaker buigt DAY zich over de branding, het concept en het ontwerp van complete gebieden. Een voorbeeld is een gebied in Eindhoven, onderdeel van de Brainport, waar DAY nu aan werkt. Maar ook het terrein van de KNVB in Zeist, waar DAY destijds verantwoordelijk was voor de conceptontwikkeling en inrichting van het terrein. “De KNVB moest de locatie heroverwegen. Op zo’n moment gaan wij met de klant, onze strategen en creatieven bij elkaar zitten, de diepte in. Wie ben je dan, en wat wil je zijn? Een soort pretpark voor de voetbalbeleving? Had gekund, maar klopte niet met de kernwaarde. Wat al die verenigingen en uiteindelijk ook de KNVB doen, is het ontwikkelen van breedte- en topsport. Het concept voor een KNVB Campus was geboren. Daar was ook een link tussen sport en het zakelijke leven mogelijk. Je kunt er nu ook andere takken van sport beoefenen, in combinatie met de gezonde boslucht. Die gedachte is in de gehele look & feel doorgevoerd.”

Een grote smeltkroes

Transitie is heel vaak aanleiding voor een integrale brandingsbehoefte. Zo ook bij Stayokay, dat de traditionele jeugdherbergen opnieuw wilde positioneren. Hoe konden deze hostels zich in de veranderende markt onderscheiden van andere hippe hostelconcepten? “Wij ontdekten in ons onderzoek dat de ziel van de club zat in de mensen die er werken. Zij dragen de omgeving uit, zijn vaak lang werkzaam bij Stayokay en lokaal geworteld tot in de haarvaten. Dat leidde tot een complex concept van ‘act global, think local’, waarin de hostels veel meer open staan - niet alleen voor gasten maar ook voor mensen uit de buurt. Dus geen sluizen meer om ongenode gasten te weren, maar open deuren. En wat er ook bij hoort is dat er naast de vaste waarden - zoals het café The Fifth en de nieuw ontwikkelde stapelbedden - voor elk hostel een eigen ontwerp wordt gemaakt, op basis van lokale kenmerken. Amsterdam Vondelpark heeft een groene vibe, terwijl in Amsterdam Oost het thema ‘Couleur Locale’ staat voor de smeltkroes die de wijk is.”

De tekst gaat verder onder de foto

De fysieke locatie is de kern van de zaak, ook voor partijen die van oudsher juist online opereren. “In die fysieke ruimte kun je echt verbinding maken met je gebruiker of je klant, daar kun je op alle zintuigen inspelen. Hoe ruikt jouw merk, hoe voelt het en hoe klinkt het? Als een merk tot in alle vezels herkenbaar is voor gebruikers, levert dat waarde op, ook financieel. Met alleen online aanwezig zijn, red je het niet. Daarin zie je een verschuiving en versmelting van alle touchpoints van een merk. Van digitaal tot print én fysiek!”

Gerelateerde artikelen: